Op een nacht, als Bart Wentinck niet kan slapen, staat hij in zijn pyjama voor het open raam naar duizenden twinkelende sterren te staren. Plotseling hoort hij een stem, die zegt: “Eindelijk hebben we dan contact. Het leek of uw planeet onbewoond was. Niemand scheen te luisteren.”
Later, als hij weer in slaap valt, droomt hij van een bijzonder land vol kleine mensen, de Brinkels. En de volgende dag landt er een ruimteschip in hun tuin, met vier van die kleine wezentjes. Het is het begin van een spannend avontuur. Gelukkig komt er een nieuw meisje naast hem wonen, Meske, samen met haar vader, een verstrooide professor. Samen met haar leert hij die originele wezentjes steeds beter kennen. Juffrouw Wortelstok vindt het allemaal maar niks. Zij ziet er op toe dat alles ordelijk verloopt en probeert Bart en Meske te betrappen op spijbelen. Maar de Brinkels kunnen toveren en dat brengt iedereen totaal in verwarring.