Vele tientallen sonnetten uit de tijd van William Shakespeare en de eeuwen na hem heeft Fred van Enske verzameld en opnieuw vertaald in een eigentijdse versie. Zelf leidt hij zijn serie vertalingen in met de woorden “Voor vele lezers staan de sonnetten van William Shakespeare als een toren in een leeg landschap, als een zeldzame uitbarsting van een literair genie in een overigens dorre woestijn. De werkelijkheid was anders. Het Engeland van de Tudors was een tuin vol bloeiende planten en Shakespeare was bepaald niet de enige die een uitlaat voor zijn gevoelens zocht in het dichten van sonnetten. Je zou zelfs kunnen spreken van een rage, vooral tegen het einde van die vruchtbare eeuw, toen ook de bard van Avon zijn bijdrage leverde. Natuurlijk staat Shakespeare als een bloeiende boom naast zijn voorgangers en tijdgenoten, maar niettemin valt er veel te genieten in het struikgewas rondom hem. Veel sonnetten, die de beroemde dichter ongetwijfeld ook heeft gelezen, zijn die moeite nog altijd waard. En lenen zich naar mijn mening dus voor een vertaling.”